woensdag 17 april 2013

Hoofdstuk 9 We hebben hoop!




Gister ben ik met Klaas naar het UMCG gegaan. Vanaf nu word ik daar behandeld, omdat ze bij het UMCG de specialisatie gynaecologische oncologie hebben.
Van tevoren had Klaas een lijst gemaakt met al onze vragen, en had mijn lieve broer heel veel informatie opgezocht op internet over mijn kanker.

Goed voorbereid dus, maar natuurlijk met lood in mijn schoenen erheen. Ik zou eerst een afspraak hebben met de gynaecoloog oncoloog, daarna met verpleegkunde en daarna bij anesthesie.

Kamer 6, daar moesten we zijn. We waren veel te vroeg.. Kwart over acht werden we opgeroepen en hebben we kennis gemaakt met mijn arts. Was van tevoren bang dat ik misschien geen klik met haar zou hebben, en had op internet kunnen vinden dat ze wel al gynaecoloog is, maar zich nog aan het specialiseren is tot oncoloog. En maakte me zorgen of ze wel ervaren genoeg zou zijn om mijn uitzonderlijke kankervorm te kunnen behandelen..

Maar gelukkig viel ze mee.. Sterker nog, ze is heel lief! We hebben een fijn gesprek kunnen voeren, met genoeg tijd voor ons, ruimte voor onze vragen en informatie van haar kant. Ze hebben het volgende plan met me… Komende maandag krijg ik nogmaals een inwendig onderzoek, zodat ze precies kunnen zien hoe het gezwel zit. Gelukkig gebeurt deze ingreep onder algehele narcose met een dagbehandeling. ’s Ochtends kom ik daar en als alles goed gaat mag ik in de middag weer naar huis. De biopten die door het Martini zijn genomen zullen ze nogmaals onderzoeken en ik word ook nog in de tussentijd opgeroepen voor een petscan (zal morgen plaatsvinden hoor ik net). Voor deze scan spuiten ze een radioactief goedje in, waarmee ze op de scan als het ware de activiteit van de cellen kunnen zien. Aan de hand van deze resultaten zullen ze aankomende dinsdag in het teamoverleg het definitieve behandelplan maken en heb ik dezelfde middag een afspraak waar ze dit met ons zullen bespreken. Ze kon ons wel al vertellen dat het verwijderen van mijn baarmoeder (wat ze meestal doen bij baarmoederhalskanker) geen mogelijkheid is omdat het gezwel nu te groot is. De behandeling zal daarom bestaan uit chemotherapie en radiotherapie en wellicht van tevoren een operatie om een aantal lymfeklieren te verwijderen. Dit laatste zal wel afhangen van de resultaten van de onderzoeken. Reden waarom ze dat zouden willen doen is om ervoor te zorgen dat de chemo dan als het ware geconcentreerder de kanker aan kan pakken in mijn baarmoeder, en niet ook nog achter de kanker in mijn klieren aan hoeft te zitten.

Verder hebben we geïnformeerd over het aanvragen van een second opinion en de eventuele mogelijheid  van hyperthermie. (In een aantal ziekenhuizen in het westen passen ze hyperthermie toe. Dit is een therapie waarbij ze het deel van het lichaam verwarmen tot 40 – 45 graden waar de tumoren zich bevinden. Het blijkt dat kankercellen niet van deze hitte houden en dat door de hitte de bloedsomsloop en zuurstoftoevoer in het gezwel worden verbeterd, waardoor de chemo weer beter zijn werk kan doen. Ook schijnen mensen beter van de chemo te herstellen wanneer dit samen gedaan is met hyperthermie). Mijn arts gaat voor mij informeren of hyperthermie interessant voor me kan zijn en heeft al een second opion in werking gezet bij het Anthonie van Leeuwenhoek ziekenhuis.

Verder vroeg ze me in het gesprek of Klaas en ik een kinderwens hebben. Ik was ergens een beetje verbaasd dat ze me deze vraag stelde. In een vroeger stadium van bmhk kunnen ze in sommige gevallen een baarmoederbesparende operatie uitvoeren, waarbij de eileiders omhoog worden gehangen als het ware, dit om ze te beschermen tegen evt radiotherapie (radiotherapie op je eileiders = einde van je vruchtbaarheid). Maar ik weet dat ik dat stadium al voorbij ben en dat het geen optie is om mijn baarmoeder noch eileiders te sparen. En zelf ben ik ook al het stadium voorbij dat dat voor mij überhaupt nog belangrijk is, ik weet dat het een goddomme feit is dat het een kwestie wordt van overleven waarin ik mij ‘deze luxe’ allang niet meer kan permitteren. Maar ze stelde me de vraag! Waarom vraag je dat? vroeg ik, en ze zei iets over eitjes opvangen van tevoren, voor deze ingrepen… Ik begon te huilen… Ik ben zo blij dat je me dat vraagt, nu geef je me het gevoel dat je me nog niet opgegeven hebt! Ze keek enigszins verbaasd en zei dat ze dat niet heeft gedaan. Een sprankje hoop!

(Ik heb aangegeven dat eitjes opvangen van mij niet hoeft, dit vond ze verstandig omdat dit wel een vertraging in de behandeling zou geven).

Ook vertelde ik haar dat we één succesverhaal van een dame in Amerika hebben gevonden, die dezelfde vorm van kanker heeft overleefd!

Eentje maar? Vroeg ze, ik weet er wel meer hoor… J
Enigszins opgelucht en voorzien van hoop verlieten Klaas en ik het gesprek. Een beetje goed nieuws kan zoveel hoop geven! Er viel een last van mijn schouders en de riem die ik om mijn nek en maag voel zitten leek ineens een stukje losser. Klaas en ik zijn lekker gaan lunchen in het ziekenhuis (en ik had trek! Twee smoothies, een panini, een chocoladekoek én een saucijzenbroodje!).

Klaas en ik hebben afgesproken dat ik de komende dagen ga benutten om me weer wat sterker te maken. Probeer wat meer te eten (ben in anderhalve week 4 kilo afgevallen), weer wat meer te bewegen en me mentaal voor te bereiden op wat me te wachten staat. Maar nu een paar dagen rust!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten